Ali
Fotografie: Stacii Samidin

Ik begrijp de frustraties en woede van jongeren. Ik ben zelf veel op de straat geweest; ik weet waar ze tegenaan lopen en wat hun verlangens zijn. School, werk, de thuissituatie, soms loopt het niet allemaal lekker. Dat zorgt voor problemen. Als je daar thuis niet over kunt praten, dan ga je op zoek naar een nieuwe ‘familie; dat worden de jongens van de straat die net als jij hetzelfde ervaren. Als je liefde mist dan is de stap naar criminaliteit ook snel gezet: je hebt het gevoel dat toch niemand om je geeft, daar word je hard van. Dan ga je je doelen proberen te behalen met die hardheid.

Ik heb gewerkt met de moeilijkste doelgroepen, jongeren die door jongerenwerkers moeilijk te bereiken zijn. Als je dezelfde ervaring hebt, hoef je niet veel te zeggen om die jongens te bereiken. Maar toch is een gedeelde ervaring alleen niet genoeg. Sommige inzichten krijg je alleen op straat maar dat moet je aanvullen met deskundigheid, kennis opdoen over hoe je jongeren kunt begeleiden. Ik heb bij stichtingen gewerkt en meegekeken voordat ik zelf aan de slag ging. Een van de dingen die ik heb geleerd is dat je rust moet uitstralen: je moet niet te snel oordelen of reageren. Dan ga je met de emoties van de jongens mee. Je moet juist zorgen dat er veiligheid is, dat je benaderbaar blijft ook als het spannend wordt.

Sommige inzichten krijg je alleen op straat maar dat moet je aanvullen met deskundigheid.

Bij Adamas heb ik daar mee kunnen oefenen: een belangrijk inzicht die ik heb opgedaan is dat je als je dit werk doet, je eigen doelen aan de kant moet zetten. Je moet eerst naast de jongeren gaan staan, begrijpen waarom iemand reageert zoals hij doet. Dan kun je problemen ook snel oplossen. Je reageert niet op het gedrag van iemand maar op wat daaronder ligt. Dan kom je tot de essentie en is het werk al grotendeels gedaan. En dan ook oplossingen kunnen bieden. Dat is het mooie van Adamas: ik heb nu zo’n groot netwerk van Credible Messengers maar ook van mensen op formele posities, dat het snel schakelen is. Dan kun je het opgebouwde vertrouwen met een jongere doorvertalen naar daadkracht: in verdere begeleiding, in werk, opleiding, of stage.

Ik heb meteen al gebruik gemaakt van dat Adamas-netwerk. Ik heb in Noord een plek voor jongeren van de straat kunnen regelen. Veel buurthuizen zijn wegbezuinigd. Dan is het niet gek dat jongens die liever niet thuis zijn, op straat blijven hangen. De buurtbewoners hadden daar last van, te luidruchtig, te laat buiten. Ik heb een plek kunnen regelen waar die jongens altijd terecht kunnen, dus niet alleen tot vijf uur of zo. En dat ze daar zelf verantwoordelijkheid voor moeten dragen. Dat maakt ze trots. En op die plek heb ik toen ook de buurtbewoners uitgenodigd voor een gesprek. Konden ze elkaar ontmoeten. Er was direct wederzijds begrip. En minder angst. De buurtbewoners weten nu dat ze op de jongens kunnen aflopen als er nog een keer overlast is, dat ze niet bang hoeven te zijn of de politie moeten bellen. Als je bereid bent de ander te leren kennen, dan lost dat veel op.

Fotografie: Stacii Samidin

Ik heb zelf veel gehad aan het geloof. Dat heeft me rust gegeven. Het is niet dat ik mensen gelovig wil maken maar ik gebruik wel inzichten uit mijn geloof. Dat je anderen moet respecteren ook als ze er hele andere opvattingen op na houden. En dat je goed moet zijn voor je medemens. Als je dat werkelijk doorleeft, dan krijg je rust en krijgt woede geen vat.

Adamas is noodzakelijk om alle Amsterdamse jongeren mogelijkheden te bieden en ze te behoeden voor criminaliteit. De kennis, het netwerk, de diversiteit die we kunnen aanbieden, dat maakt dat we elke jongeren een pad kunnen bieden waarop hij kan schitteren.