Jelle
Foto: Stacii Samidin

Ik heb nooit als kind gedacht: ik wil bij de politie. Tijdens mijn master antropologie hoorde ik ervan en aangespoord door tv-series als The Wire leek het een kans om met een team midden in de samenleving te staan, om dagelijks met de mooie maar ook de verschrikkelijke kanten ervan in aanraking te komen. Ik wist al jong dat ik mensen wilde helpen. Ik kom uit een lastige gezinssituatie, waarin ik al vroeg veel verantwoordelijkheid voelde. Ik had een stiefbroer die tegen de criminaliteit aan schuurde. Tegelijkertijd mocht ik hem heel graag. Hij was een warm persoon, goed in staat om contact te maken, maar hij hield zich ook met de verkeerde dingen bezig. Ik zag bij hem vooral de mens en niet de crimineel.

Ik geloof heel erg in de kracht van het netwerk en kijk ook hoe we als politie meer met de Credible Messengers samen kunnen doen.

Ik begon na mijn studie bij de recherche. Daar gaat het om boeven vangen en zaken afronden. Er is weinig ruimte voor de mens achter de verdenking. Ik geloof in het positieve, de meeste mensen hebben geen slechte inborst. Iedereen streeft naar liefde, geluk, erkenning en waardering. Het zijn vaak maatschappelijke omstandigheden die dat moeilijk maken. Op de momenten dat ik als rechercheur ruimte voor de menselijke kant kon maken, dan gebeurde er iets moois tijdens een verhoor. Het lukte dan nog steeds niet altijd om de opsporingsinfo boven te krijgen maar er ontstond wel oprecht contact. Dan willen mensen vaak wel vertellen wat ze tot een daad heeft gebracht en kwam er veel meer op tafel: iemands gezinssituatie, de grotere context. Uiteindelijk vond ik toch dat dat aspect van het werk onderbelicht bleef. Sinds vorig jaar ben ik netwerkagent in Amsterdam-West. De politie beseft steeds meer dat alleen vervolgen en aanhouden niet genoeg is om een stad veilig te houden, het gaat ook om het leggen van verbinding met bewoners en sleutelfiguren in de buurt.

Op de politieacademie maakte ik een dag mee met de tweede lichting Credible Messengers, dat gaf veel energie en mooie gesprekken. Toen ben ik zelf de ADAMAS-opleiding gaan doen. Op verschillende niveaus bracht dat me veel. In de groep komen zoveel verschillende perspectieven samen, ieder vanuit een andere belevingswereld en toch lukte het ons om op een diepe manier contact met elkaar te maken. Er waren ademhalingsoefeningen die persoonlijk veel losmaakte. Normaal gesproken laat ik mijn emoties niet snel gaan, maar nu stroomde het eruit. Dat voelde goed. In de politiecultuur krijg je veel te maken met emoties. Als er iets heftigs gebeurt dan word je daarna wel begeleid, maar dat is ook vrij instrumenteel. De cultuur is er toch een van: Doorgaan, het hoort erbij. Ik denk dat mensen bij de politie te veel voor zichzelf houden. Als je het geen ruimte geeft dan komt het ergens anders eruit, bij je partner, in je gezin of in je werk.

Foto: Stacii Samidin

Ik ben ook buiten de ADAMAS-opleidingsdagen contact gaan leggen met verschillende Credible Messengers, ben met ze meegelopen in de praktijk of we hebben samen een voorlichting gegeven aan professionals. Door mijn jaren bij de recherche was ik heel rationeel geworden, mijn handelen was vooral functioneel, gericht op het afvinken van taken. Nu wil ik meer op mijn intuïtie vertrouwen en minder leven vanuit angst. Niet: hoort dit wel of wat kan je voor mij betekenen? Maar: hier stroomt iets, durven vertragen en verstillen en kijken wat er dan ontstaat. Tot nu toe zijn dat alleen maar mooie dingen.

Ik geloof heel erg in de kracht van het netwerk en kijk ook hoe we als politie meer met de Credible Messengers samen kunnen doen. We doen bijvoorbeeld allerlei trainingen om etnisch profileren tegen te gaan. Maar dat is hetzelfde als met het toelaten van emoties: het wordt wel aangestipt, maar je kan het ook snel naast je neergeleggen, omdat er niets wordt aangeraakt op belevingsniveau. Dat deel kunnen Credible Messengers wèl inbrengen.