Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik zeven was, ik ben enig kind. Ik was theatraal, ging op de grond liggen als ik honger had, mijn moeder zocht een uitlaatklep voor me. Ze stuurde me naar de jeugdtheaterschool. Het was meer dan alleen leuk, het hielp me bij het verwerken van emoties. Ik leerde wat boos-zijn is. Ik leerde ook dat er niet één manier van boosheid uiten is. De een gaat uit zijn dak, de ander gaat een liedje zingen. Je leert emoties kennen en er je eigen vorm van expressie voor te vinden. Daarnaast is theater ook een vorm van bewegen, improviseren, durven, loslaten. Niets is te gek.
Ik ben opgegroeid in Zuid-Oost, ken hier veel jongeren en zie dat er gewoon heel veel talent zit. Helaas weet alleen niet iedere ouder wat er mogelijk is. Zonde, als een kind met een rugzak geen uitlaatklep kan vinden. Wat ik heb gekregen wil ik anderen ook geven, daarom gebruik ik de inzichten uit het theater om jongeren te motiveren. Ik werk met jongeren die voor overlast zorgen en met criminaliteit in aanraking zijn gekomen, jongeren die onder een vergrootglas liggen. Ik doe rollenspellen met ze, oefen met het overbrengen van emoties. Dat gebeurt ook spontaan: wat als jij nou even de vader bent, hoe reageer je dan? Wil je zelf een stuk schrijven of wil je iemand anders laten spelen wat jij hebt meegemaakt? Dan herleef je iets en creëer je tegelijkertijd ook afstand waardoor je dingen op een andere manier kan bekijken.
Ik sta als credible messenger dicht bij mezelf en maak echt contact. Ik kom met een goede intentie en dat voelen jongeren. Als ik open op iemand afstap dan is de kans klein dat het escaleert. Ik observeer eerst en zoek dan een luchtige ingang om iets aan te kaarten, daar moeten jongeren vaak om lachen en dan maak ik een babbeltje. Dat is de kracht van credible messengers: we weten waar die jongeren vandaan komen, hebben het vaak zelf ook meegemaakt en gunnen ze een kans om zich te ontwikkelen. Je hoeft niet eens veel te delen over je eigen ervaring, ze voelen die. Al deel ik wel over mijn verleden met een lastige schoolsituatie en schulden: ik weet hoe je soms ergens in kan rollen, al ben je nog zo gewaarschuwd. Ik ben gigantisch in de schulden terecht gekomen doordat ik iemand anders wilde helpen. Dan gooi je je eigen ruiten in. Dus ik leer jongeren: kies in eerste instantie voor jezelf. Jongeren leren op straat om hun problemen dicht bij zich te houden. Pas als het escaleert dan accepteren ze hulp. Ook daar is theater weer een mooi middel. Je leert je emoties te uiten, maar hoeft het niet direct over je eigen problemen te hebben, zo wordt het minder persoonlijk en gaat het niet over een grens heen. Kwetsbaarheid tonen en vragen is een balanceer-act, je moet doseren zodat jongeren zich geleidelijk aan durven te laten zien.
Ik probeer grote dromen behapbaar te maken: dan vraag ik de jongeren wat ze het liefst willen. Ik wil Slagharen afhuren, zeggen ze dan. Dan zeg ik, er is ook een zwembad in Zuid-Oost, laten we daar beginnen. Dan laat ik het ze zelf organiseren, ik maak ze eigenaar van het hele proces. Er gaat tijd en moeite in een droom zitten, daar zijn ze zich vaak niet bewust van. Niets komt zomaar. Maar als ze dan meedoen, dan heb ik ze meteen van de straat. Ik maak het heel aantrekkelijk voor ze. En niemand gaat mee zonder dat ik een moeder of vader heb gesproken, dan heb ik meteen de ouders mee. Die betrek ik dan ook bij het programma, neem ze mee in een proces, toon ze hoeveel talent er in hun kinderen zit
Ik vond de ADAMAS-opleiding fantastisch. Ik vind dat iedere jongerenwerker dit zou moeten doen. Het stukje IK, jezelf leren kennen, dat slaan zoveel mensen over. Veel hulpverleners denken dat wel te weten van zichzelf. Pas als je weet wat je zelfwaarde is, maar ook wat je valkuilen zijn, kan je jongeren aanspreken zonder te denken dat iemand je een volgend moment bedreigt. Tijdens de ADAMAS-opleiding kregen we bokslessen. Kun je voelen wat het met je doet als iemand je aanraakt of dichtbij komt? Wat is je grens, ongeacht of het dreigend is of prettig? Dat geef ik mijn jongeren nu ook mee. Ik ben gewend op de voorgrond te treden en werd tijdens de opleiding uitgedaagd om daar bewust mee om te gaan. Om mensen de ruimte te geven die van nature minder ruimte innemen. Ik probeer nu iets meer op de achtergrond te zijn, aan de zijlijn te staan voor steun, ook bij de jongeren waarmee ik werk, niet om af te haken maar om die ongehoorde stemmen aan te moedigen om meer van zich te laten horen.