Ik heb Sociale Wetenschappen gestudeerd, gericht op jeugdcriminaliteit. Tijdens die studie werd er vooral gekeken naar oplossingen op macroniveau, het perspectief van de straat bleef onderbelicht. Pas na een college van Mathijs, ook een Credible Messenger en een ervaringsdeskundige, ging ik andere vragen stellen: Hoe gaan we eigenlijk met jongeren om, welke taal spreken ze, wat zijn hun ervaringen? Ik wil nog steeds graag de beleidskant op, maar daarvoor wil ik eerst weten: hoe ontstaat criminaliteit, in de echte wereld, los van de literatuur? Zodat ik jongeren een stem kan geven op de plekken waar die nu niet gehoord wordt.
Ik ben zelf een pleegkind en zie heel duidelijk dat als dingen anders waren gelopen ik misschien ook andere keuzes had gemaakt. Ik heb een kans gekregen. Maar waar we opgroeien en in welke omstandigheden, maakt zoveel uit voor waar je terecht komt. Iemand in mijn nabije omgeving heeft ooit een stap richting de criminaliteit gezet. Een lichte variant ervan: opgepakt worden met een mes op zak. Door de Officier van Justitie werd toen gezegd: jullie moeten heel goed op deze persoon letten. Hij is geen crimineel maar als hij nu wordt losgelaten kan hij dat wel worden. Omgeving is zo belangrijk, besefte ik toen, en in de gaten hebben wat er in het hoofd van jongeren speelt in plaats van meteen te focussen op het mes. Uiteindelijk bleek er vooral heel veel angst onder te zitten. Het mes was een verdediging tegen een wereld die in zijn hoofd heel gevaarlijk was.
In de ADAMAS-opleiding wordt steeds de connectie gemaakt tussen lichaam en geest. We werken veel met vechtkunst. Wat ik daarin merk is dat hoe je je voelt, ook is hoe je je beweegt. Als je angstig bent, dan maak je een beweging naar achter. Als je stil staat ben je meer in balans. Zo kun je elkaar ook zonder woorden aanvoelen en soms van rol verwisselen. In de vechtkunst komen veel patronen naar boven. Omdat ik al langer boks hield ik me in om de ander geen pijn te doen. Diegene zei toen: je mag me raken, ik kan wel iets hebben. Je vult snel voor een ander in wat iemand aan kan, maar ik zie nu dat dat niet altijd respectvol is.
Omdat we bij ADAMAS zo’n intensief opleidingstraject met elkaar doorlopen zijn we heel close met elkaar. Ik heb een ander perspectief gekregen op jeugdcriminaliteit door de inzichten van de ervaringsdeskundigen in ADAMAS. Ik heb hier voor het eerst gehoord wat een gevangenisstraf daadwerkelijk met iemand doet. Een ervaring horen is heel anders dan erover lezen in een onderzoek. Professionals hebben het vaak over: hoe voorkom je criminaliteit? Nu denk ik: Welke trauma’s loopt iemand in de gevangenis op? Wat doet die ervaring met iemand die net vrijkomt? En hoe zorg je er dan voor dat iemand ervoor kiest om uit de criminaliteit te blijven? Dat wat we zien als oplossing veroorzaakt vaak een nieuw probleem. Net als een VOG. Iemand de kans ontnemen om aan het werk te kunnen, maakt het zoveel lastiger om het leven weer op de rit te krijgen en zo veel makkelijker om terug te vallen. Tijdens de opleiding gingen we ook op bezoek bij de politie. Zelf ben ik daar nooit mee in aanraking ben gekomen, maar veel andere Credible Messengers wel. Ik vond het confronterend om in de boeien geslagen te worden. Je voelt je heel machteloos. Zeker als het onterecht gebeurt, dat doet wat met je.
Iedereen die iets zou willen veranderen zou het perspectief van de jongeren eens moeten ervaren, om te doorbreken dat er steeds naar de verkeerde oplossing wordt gegrepen. Ik wil me pas op beleid gaan richten als ik een groot netwerk heb van ervaringsdeskundigen, waar ik mijn ideeën bij kan toetsen en zo de bubbels die er bestaan te doorbreken.