Mijn motto is: Never try to fit in, stand out. Waarom zou je ergens in willen passen? Blink gewoon uit in wie je bent, dat is je niche. Ik voelde me altijd anders dan anderen, maar ik voelde dat iedereen anders was, dus ik begreep niet waarom ze mij het zo graag wilde laten voelen. Ik werd gepest. Qua uiterlijk, gedrag, interesses was ik anders dan mijn familie en schoolgenoten. Mensen zagen een beeld van me, maar dat was niet wie ik ben.
Ik deed eigenlijk altijd al jongerenwerk. Met mijn familie ging ik tekenen, gedichtjes schrijven, clubjes maken, met kinderen uit de buurt stelde ik een voetbalteam samen. Later ging ik muziek maken, heb ik studioapparatuur aangeschaft, liet ik mijn neefjes dingen opnemen. Mijn nichtjes zeiden: Jij kan mensen laten geloven dat ze op water kunnen lopen. Ik ben gepassioneerd, ik doe heel veel met gevoel en op gevoel. Ik voel met anderen mee dus ik wil dat het met iedereen goed gaat, dat ze het beste uit zichzelf halen. Ik voel ook met ze mee als ze dat niet doen. Ik toon interesse, ik wil een ander zo graag leren kennen dat ze zichzelf wel móeten laten zien. Ik nodig uit, door veel van mezelf te laten zien. Ik ben heel open over hoe ik me voel. Als ik boos ben, dan weten jongeren dat ze het te horen krijgen. Als ik iets erg vind, zeg ik dat. Ik geef jongeren op hun kop, niet vanuit een oordeel maar uit liefde. Ik meen het echt met je, dus als je iets doet wat niet cool is dan hoor je het ook.
Een van de mooiste dingen, iets wat ik al heel lang in mijn hoofd had, maar bij ADAMAS heb gezien is: de kracht van netwerken, van verbinding, het samen doen. Ik was al jong op mezelf, heb mezelf veel aangeleerd in het leven, bijna alles. Ik was me aan het verzetten tegen de wereld: ik kan het alleen. Pas later ging ik inzien: Alleen ben je sneller, maar samen kom je verder. Ik wilde het graag, maar bij ADAMAS zag ik dat het ook echt kan. Puur het delen van inzichten liet ons al groeien. We hoefden niets te doen; samen zijn, de uitwisseling van energie heeft al impact op de wereld.
Ik werd er tijdens de opleiding mee geconfronteerd dat ik nog wel bepaalde blokkades meedraag in mijn lichaam. Ik zeg altijd dat ik heel vrij ben, zo voel ik me ook, zo beweeg ik me, maar ergens in me zit ook een blokkade. Hoe de wereld werkt, hoe het eraan toegaat in je wijk en hoe wij met elkaar te werk gaan, heeft invloed op hoe ik me voel. Dat gaat in je lichaam zitten. Ik denk vaak dat ik een ‘ik’ ben, dat ik me als een bubbel beweeg door mijn wereld, maar de wereld zit in jou, daar sta je niet los van.
In het ADAMAS-netwerk krijg je zoveel verschillende visies op het werken met jongeren mee. Ik voelde ineens waar politieagenten doorheen gaan. Zij weten ook: In de ideale situatie begin je iedere dag met een frisse blik, maar je bent ook mens. Als je de hele week al last hebt van bepaalde mensen of dingen dan gaat die irritatie in je zitten. Dat is bij de politie zo, maar ook bij de jongeren waarmee we werken. Dan kun je het handelen wat daaruit voorkomt afkeuren, maar ik heb wel begrip voor waar het ontstaat.
Ik ben een verhalenverteller, ik wil graag namens, vanuit en over het netwerk verhalen vertellen. Niet op de manier zoals ons verteld is dat het moet, onze verhalen hebben een eigen vorm. Ik zag mezelf heel lang niet in de mainstream verhalen terug. Nu denk ik, dat hoeft ook niet. Ik ga mijn eigen lane creëren. Dat maakt het puur. Onze stemmen zijn geen achtergrondgeluiden.
ADAMAS doet me denken aan freedom fighters. Een crew van mensen, die samenkomt en met zijn eigen shit te dealen heeft gehad. Je kan het geen mankementen noemen, noem het krachten. Alles is in het begin al aanwezig, maar aan het eind van het proces vallen al die krachten samen en is de puzzel ineens compleet. We tillen elkaar als credible messengers naar een hoger niveau. De dingen die ik doe, doe ik al heel lang, maar ik heb me nog nooit zo gevuld gevoeld. Gedragen worden is niet het goede woord, het is de handen naast je vasthouden en samen opgetild worden.